09 Dec 2020

Elektrische en hybridewagens: fiscale aandachtspunten

In het verleden schreven we reeds meermaals over de gewijzigde wagenfiscaliteit in de Belgische wetgeving. Hieruit komt steevast naar voor dat elektrische en “echte” hybridewagens fiscaal de meest gunstige behandeling kennen. In april van dit jaar verduidelijkte de fiscus bovendien dat men steeds de laagste CO2-uitstootwaarde op het gelijkvormigheidsattest mag gebruiken voor het bepalen van het fiscale aftrekpercentage en het voordeel alle aard (zie onze vorige nieuwsflash voor meer toelichting omtrent de NEDC vs. WLTP CO2-uitstootwaarden). Dit is een bijkomend voordeel voor de (potentiële) kopers van hybridewagens.

Hieronder lichten we kort toe welke wijzigingen er vanaf 01/01/2021 op til zijn voor plug-in hybridewagens op het vlak van de jaarlijkse verkeersbelastingen en de eenmalige belasting op inverkeerstelling. Daarnaast gaan we graag even dieper in op enkele fiscale praktijkvragen omtrent het opladen van elektrische en hybridewagens.

Stopzetting vrijstellingen jaarlijkse verkeersbelasting en belasting op de inverkeerstelling voor plug-in hybridewagens

Voor plug-in hybridewagens die worden ingeschreven vanaf 01/01/2021 zal er geen vrijstelling meer toegestaan worden op het vlak van de jaarlijkse verkeersbelasting, noch voor de eenmalige belasting op inverkeerstelling. Dit geldt overigens ook voor voertuigen op aardgas met maximaal 11 fiscale PK (waar voorheen ook een vrijstelling voor bestond). Men maakt hierbij geen onderscheid tussen nieuwe wagens die voor de eerste maal worden ingeschreven of tweedehandsvoertuigen die opnieuw worden ingeschreven.

Uiterlijk op 31/12/2020 ingeschreven voertuigen blijven vrijgesteld van jaarlijkse verkeersbelasting zolang ze op dezelfde eigenaar ingeschreven blijven.

Een uitzondering hierop wordt toegestaan voor de wagens die besteld werden voor 12/10/2020, maar pas worden ingeschreven na 31/12/2020. Men dient in dat geval wel een specifiek aanvraagformulier in te vullen en te verzenden naar de Vlaamse Belastingdienst voor 15/01/2021. Bij de aanvraag dient men een kopie van de bestelbon te voegen waaruit blijkt dat de bestelling gebeurde voor 12/10/2020.

Meer info alsook de voormelde aanvraagformulieren kan u vinden via de website van de Vlaamse Belastingdienst.

Wagens met een zogenaamde “nuluitstoot” zoals volledig elektrische wagens of wagens op waterstof kunnen overigens ook in de toekomst gewoon blijven genieten van voormelde vrijstellingen.

Belasting op een bijkomstig voordeel van alle aard wanneer er op kosten van de vennootschap een elektrisch oplaadpunt aan de privéwoning wordt voorzien?

Zoals u weet wordt u belast op een voordeel alle aard bedrijfswagen wanneer u van uw vennootschap een wagen ter beschikking krijgt gesteld die u mag gebruiken voor uw privématige verplaatsingen en woon-werkverplaatsingen.

Eerder gaven we reeds mee dat de omvang van het belastbare voordeel voor de ter beschikkingstelling van een bedrijfswagen vaak het voordeligst uitvalt wanneer er wordt gekozen voor een elektrische bedrijfswagen, dan wel een “echte” hybride bedrijfswagen. Dit als gevolg van de lage CO2-uitstoot die met dergelijke voertuigen gepaard gaat.

Uiteraard brengt de keuze van een elektrische/plug-in hybride bedrijfswagen met zich mee dat er ook moet voorzien worden in één of meerdere oplaadpunten. Mogelijks besluit u daarom om op kosten van uw vennootschap een oplaadpunt te installeren aan uw privéwoning.

De vraag of deze installatie een bijkomstig voordeel van alle aard doet ontstaan is dan ook niet geheel onlogisch.

De Dienst Voorafgaande Beslissingen (hierna DVB) neemt in dit opzicht in enkele van haar rulings alvast het standpunt in dat het ter beschikking stellen van een oplaadpunt bij de bestuurder van het voertuig thuis en de aldaar “getankte” stroom geen aanleiding geven tot het ontstaan van een bijkomstig voordeel alle aard. De kosten voor de installatie en het gebruik van de oplaadinfrastructuur worden aldus volgens de zienswijze van de DVB geacht deel uit te maken van het forfaitair voordeel alle aard dat uit de ter beschikkingstelling van de bedrijfswagen voortvloeit.

Wat indien ik zelf de kosten voor het opladen van mijn elektrische/plug-in hybride bedrijfswagen draag en vervolgens deze elektriciteitskosten krijg terugbetaald van de vennootschap?

Hierboven concludeerde we reeds dat het gebruik van een oplaadinfrastructuur die door de vennootschap wordt ter beschikking gesteld/wordt geïnstalleerd naar aanleiding van de ter beschikkingstelling van een elektrische bedrijfswagen, geen bijkomend voordeel alle aard in hoofde van de genieter doet ontstaan.

Wat nu indien de vennootschap niet voorziet in de installatie van een oplaadpunt op het bedrijfsterrein van de vennootschap zelf of aan de privéwoning van de bestuurder, maar daarentegen wel gaat voorzien in een terugbetaling, door middel van een onkostennota, van de elektriciteitskosten die worden gemaakt door de bestuurder voor het opladen van de wagen?

De rulingcommissie maakt in een dergelijke situatie, waarbij de vennootschap in een terugbetaling voorziet van de door de genieter van de bedrijfswagen “voorgeschoten” elektriciteitskosten, een onderscheid naargelang de oplaadbeurten gebeuren door middel van een afzonderlijk geïnstalleerde oplaadinfrastructuur aan de privéwoning dan wel via de privatieve stroomaansluiting.    

Zo aanvaardt de rulingcommissie dat de terugbetaling van de verbruikte elektriciteit voor het opladen van een elektrische wagen via een afzonderlijk geïnstalleerde oplaadinfrastructuur, voorzien van de mogelijkheid om de voor het opladen van de wagen afgenomen stroom afzonderlijk bij te houden, als een terugbetaling van kosten eigen aan de vennootschap. Derhalve vormen dergelijke terugbetalingen voor de ontvanger een belastingvrije vergoeding.

De conclusie is anders wanneer het de terugbetaling betreft van elektriciteitskosten die werden gemaakt voor het opladen van de wagen via de privatieve stroomaansluiting en er geen mogelijkheid voor handen is om de “getankte” elektriciteit apart te registreren. De elektriciteitskosten voor het opladen van het elektrische voertuig dienen in dergelijk geval op een forfaitaire manier te worden vastgesteld aangezien deze vervat zitten in de globale elektriciteitsfactuur. Doorgaans is de rulingcommissie van mening dat de terugbetaling van elektriciteitskosten voor het opladen van een elektrische wagen op forfaitaire wijze niet wordt aanvaard als een terugbetaling van kosten eigen aan de vennootschap. Bijgevolg zal de door de vennootschap toegekende vergoeding voor zijn werkelijke waarde worden aangemerkt als een belastbaar voordeel.

Kortom is het conform de visie van de rulingcommissie dus van belang dat de werkelijke kosten voor het opladen van de wagen kunnen worden aangetoond wil men de vergoeding kwalificeren als een kost eigen aan de werkgever.

Mogelijks kan in bovenstaande situatie de afweging worden gemaakt om de elektriciteitsfacturen van de privéwoning integraal te betalen met vennootschapsgelden. Hierdoor ontstaat er weliswaar een belastbaar forfaitair voordeel van alle aard in hoofde van de bedrijfsleider, maar dienen er geen terugbetalingen van de elektriciteitskosten voor de oplaadbeurten van de wagen meer te gebeuren. Daarnaast dient u de elektriciteitsfacturen ook niet meer met privégelden te betalen. Noteer wel dat dit geval per geval dient beoordeeld te worden.

Een ander alternatief voor de registratie van het werkelijke verbruik bij het opladen van de elektrische wagen via de privatieve stroomaansluiting zijn de zogenaamde “Smart Cables”. Deze “Smart Cable” is een afzonderlijke kabel die u kan aankopen en aansluiten op eender welk stroompunt van uw woning en laat u toe de verbruikte elektriciteit voor het opladen van uw wagen afzonderlijk te registreren. Op grond van het geregistreerde werkelijke verbruik kan u dan vervolgens een onkostennota opmaken.  Het voorzien van een afzonderlijke oplaadinfrastructuur aan uw woning is hierdoor dus niet langer noodzakelijk om een afzonderlijke registratie van de verbruikte elektriciteit mogelijk te maken.

Vergroening van uw wagenpark? Enkele nuttige tips!

Algemeen gesteld kunnen we concluderen dat – ondanks het wegvallen van de vrijstellingen van de jaarlijkse verkeersbelasting en de belasting op inverkeerstelling – het fiscaal gezien alleszins nog steeds zeer interessant is om voor een plug-in hybridewagen te opteren. Let echter wel zeer goed op dat de wagen de fiscale test als “echte” hybride doorstaat. We raden aan om ons hiervoor steeds even te contacteren voorafgaandelijk aan de aankoop.

Heeft u verder vragen over bovenstaande of wilt u graag onze ondersteuning of hulp? Aarzel niet om contact op te nemen met uw relatiebeheerder of met het Tax & Legal team via tax@cynex.com.

Wenst u meer informatie over het vergroenen van het gehele wagenpark binnen uw onderneming of wenst u in het algemeen nieuwe mobiliteitsconcepten te onderzoeken? Neem dan zeker ook even een kijkje op de website van The New Drive, als vooraanstaand adviesbureau op dit vlak, zijn zij hierin uw aangewezen partner.

Delen

Blijf op de hoogte via onze nieuwsbrief