23 Jun 2020

Enkele fiscale nieuwigheden naar aanleiding van de coronacrisis, waaronder de tijdelijke carry-back van huidige verliezen en de verhoogde investeringsaftrek

Zoals u weet volgen de aangekondigde financiële impulsen en genomen coronamaatregelen elkaar in snel tempo op, meer info hierover kan u terugvinden op onze FAQ-pagina. Hieronder bespreken we echter graag in detail twee belangrijke fiscale maatregelen die een grote impact kunnen hebben voor uw onderneming.

Carry-back van huidige verliezen

Op 18/06/2020 werd het wetsontwerp van een nieuwe fiscale steunmaatregel goedgekeurd die de zogenaamde “carry-back” van fiscale verliezen (= achterwaartse verliesverrekening oftewel vervroegde verliesaftrek) uitzonderlijk zal toestaan ten gevolge van de coronacrisis. Hierdoor wil men vermijden dat een bedrijf dat een verwacht fiscaal verlies zal hebben over het huidige lopende boekjaar, toch belastingen zal moeten betalen over het voorgaande boekjaar. Intussentijd werd deze regeling ook in de wet opgenomen bij wet van 15/07/2020.

Concreet wil dit zeggen dat bedrijven in hun aangifte vennootschapsbelasting van het boekjaar afgesloten tussen 13/03/2019 en 31/07/2020 (hierna “boekjaar N” genaamd) reeds kunnen anticiperen op het verwachte verlies van het daaropvolgende boekjaar (boekjaar N+1) door dit geschatte bedrag als tijdelijk vrijgestelde “COVID-19 reserve” op te nemen en te verrekenen met het te betalen bedrag aan vennootschapsbelasting over het boekjaar N (aanslagjaar 2019 of 2020 naar gelang de afsluitdatum). De hoogte van de COVID-19 reserve dient zo nauw mogelijk aan te sluiten met (het later te bepalen) finale fiscale verlies over boekjaar N+1 en kan niet hoger liggen dan het belastbaar resultaat over boekjaar N. Een maximale afwijking van 10% zal nadien getolereerd worden zonder een bijkomende belastingvermeerdering of nalatigheidsintresten, een finaal fiscaal verlies over boekjaar N+1 dat lager is dan 90% van de COVID-19 reserve (dus een hogere afwijking dan 10%) zal resulteren in een bijkomende belastingheffing (bijzondere aanslag) incl. toepassing van een nalatigheidsintrest. Men doet er aldus alleszins goed aan om het verwachte verlies niet te hoog in te schatten.

Het gevolg van deze verrekening is dat men hierdoor reeds gedane voorafbetalingen kan terugkrijgen of alleszins minder vennootschapsbelasting dient te betalen aangaande de aangifte vennootschapsbelasting van het boekjaar N (aanslagjaar 2019 of 2020). De vrijstelling kan slechts voor één van deze aanslagjaren aangelegd worden en dient het jaar nadien teruggenomen te worden (desgevallend in aanslagjaar 2020 of 2021).

De gekende onaantastbaarheidsvoorwaarde (= boekhoudkundige verplichting waarbij vereist wordt dat de vrijgestelde reserve op een afzonderlijke rekening van het passief geboekt wordt en behouden blijft, waarbij dit bedrag niet mag dienen als berekeningsbasis voor welke vergoeding of toekenning dan ook) speelt voor deze carry-back maatregel niet. Men zal aldus de eventueel reeds goedgekeurde jaarrekening voor boekjaar N niet hoeven te wijzigen om de vrijstelling op een afzonderlijke rekening te boeken.

Uiteraard zijn er bijkomend nog enkele voorwaarden en beperkingen aan deze maatregel verbonden. Zo kunnen bedrijven die tussen 12/03/2020 en de datum van indiening van de aangifte vennootschapsbelasting, dividenden uitkeren, eigen aandelen inkopen of overgaan tot een kapitaalvermindering, niet van de maatregel genieten. Hierdoor vallen bijvoorbeeld bedrijven die bij de algemene vergadering van het boekjaar per 31/12/2019 beslisten tot uitkering van liquidatiereserves, uit de boot. De redenering hierachter is dat de onderneming zichzelf in de eerste plaats moet beschermen door middelen in de vennootschap te houden.

Ondernemingen die op 18/03/2020 aangemerkt werden als “onderneming in moeilijkheden” kunnen evenmin genieten van de maatregel, aangezien deze tot doel heeft om initieel gezonde bedrijven, financieel gezond te houden.

Verhoogde investeringsaftrek

Verder werd er met de wet van 15/07/2020 nog voorzien in een andere zeer interessante fiscale maatregel, met name de tijdelijk verhoogde investeringsaftrek ten belope van 25%.

Om te vermijden dat geplande investeringen door kmo’s en zelfstandigen door het huidige economische klimaat worden stopgezet, werd beslist om de investeringsaftrek eenmalig te verhogen tot 25%. Ter opfrissing: de investeringsaftrek is een fiscale vrijstellingsregeling die men kan genieten bij de aankoop of het tot stand brengen van materiële of immateriële vaste activa die in België worden gebruikt voor de beroepswerkzaamheden (met uitzondering van enkele categorieën zoals bijv. personenwagens, lichte vrachtwagens). Er bestaan verschillende tarieven voor diverse soorten investeringen, maar het standaardpercentage voor kmo’s bedraagt momenteel 8%. Tijdens de periode 2018-2019 werd dit al tijdelijk verhoogd tot 20%.

De verhoging naar 25% zal slechts tijdelijk gelden en enkel van toepassing zijn voor kleine vennootschappen. Indien een dergelijke onderneming tussen 12 maart en 31 december 2020 investeert, kan deze naast de afschrijvingen, 25% van deze investeringen in mindering brengen van de belastbare basis.

Bijvoorbeeld: een kleine vennootschap doet een investering in een machine ten belope van 100.000 EUR en kan hierdoor een eenmalige fiscale aftrek van 25.000 EUR (25%) genieten. Concreet levert dit een belastingbesparing op van 5.000 EUR tot 6.250 EUR (afhankelijk van het geldende percentage vennootschapsbelasting, nl. 20% of 25%).

Daarnaast zal ook de stock van de verhoogde investeringsaftrek van 20%, aangelegd in boekjaar 2019, voor twee jaar overdraagbaar zijn in plaats van slechts één jaar.

Hebt u verder nog vragen over bovenstaande topics of wilt u graag bijkomende toelichting over de praktische gevolgen voor uw vennootschap? Aarzel niet om ons te contacteren via tax@cynex.com.

 

Delen

Blijf op de hoogte via onze nieuwsbrief