03 Mar 2021

Het nieuwe WVV - een welgekomen verandering of louter een extra kost?

Op 1 januari 2020 is het nieuwe Wetboek van Vennootschappen en Verenigingen (hierna: WVV) voor alle reeds bestaande vennootschappen in werking getreden. Deze inwerkingtreding ligt ondertussen alweer een jaar achter ons waardoor we even stil staan bij de praktische gevolgen hiervan voor u en uw vennootschap.

Hierna zullen de belangrijkste aandachtspunten aangestipt worden waarbij we trachten aan te tonen dat het beter is om uw vennootschap nu reeds te confirmeren aan het WVV en hier niet mee te wachten tot 31 december 2023.

DE DWINGENDE BEPALINGEN VAN HET WVV ZIJN VAN TOEPASSING OP UW VENNOOTSCHAP

Sinds 1 januari 2020 werden de dwingende bepalingen van het WVV op uw vennootschap van toepassing.

Deze dwingende bepalingen bevatten onder meer de regels in verband met winstuitkering, het algemeen regime van de bestuurdersaansprakelijkheid, de regeling van de belangenconflicten bij het bestuursorgaan, het verbod op de dubbele hoedanigheid van de vaste vertegenwoordiger in het bestuursorgaan, de regels inzake ontbinding en vereffening van vennootschappen …

Dit wil concreet zeggen dat bestaande statuten en aandeelhoudersovereenkomsten op een aantal punten vandaag in strijd kunnen zijn met de nieuwe vennootschapswetgeving. Bij conflicterende bepalingen zullen het deze nieuwe dwingende bepalingen zijn die van toepassing zijn. Dit kan bij het nemen van beslissingen binnen het bestuursorgaan of de algemene vergadering aldus tot heel wat verwarring en rechtsonzekerheid leiden.

Opgelet! Indien u vanaf 1 januari 2020 uw statuten om een of andere reden zou willen wijzigen (bv. wijziging van het voorwerp, wijziging boekjaar, …) bent u verplicht de confirmatie aan het WVV evenzeer in orde te brengen.

HET NIEUWE WVV VOORZIET IN FLEXIBELERE REGELS VOOR DE BESLOTEN VENNOOTSCHAP

Een van de krachtlijnen van het WVV was een verregaande flexibilisering van de regelgeving teneinde te kunnen blijven concurreren met Europese buurlanden. Het reduceren van de vennootschapsvormen, het afschaffen van het kapitaal binnen de besloten vennootschap en de mogelijkheid tot maatwerk binnen de verschillende vennootschapsvormen staan hierbij centraal.

Voor de besloten vennootschap bestaat sinds het WVV, mits confirmatie aan het WVV, de mogelijkheid om:

  • een besloten vennootschap (hierna: BV) op te richten met een “toereikend aanvangsvermogen”, hetgeen beoordeeld wordt in het licht van de activiteiten die de vennootschap zal voeren.Vroeger diende de BV steeds opgericht te worden met een minimumkapitaal van 18.550 EUR waarbij afhankelijk van de situatie ten minste 6.200 EUR / 12.400 EUR volstort diende te worden. Vandaag kan dit bijvoorbeeld, in het licht van de activiteiten, al met een aanvangsvermogen van 1.000 EUR. Dit “toereikend aanvangsvermogen” dient wel gestaafd te worden aan de hand van een financieel plan. Het financieel plan dient als toetssteen voor de oprichtersaansprakelijkheid gedurende de eerste twee jaren na oprichting;
  • het “oud kapitaal” bij confirmatie om te zetten naar beschikbaar eigen vermogen, hetgeen impliceert dat dit voortaan vatbaar is voor uitkering. Deze uitkering dient wel de balans- en liquiditeitstest te doorstaan;
  • de winst van het afgelopen boekjaar (ook indien de jaarrekening over het laatst afgesloten boekjaar nog niet werd goedgekeurd), de overgedragen winsten en beschikbare reserves uit te keren middels interim-dividenden;
  • de vrije overdraagbaarheid van aandelen binnen de BV statutair vast te leggen. De niet vrije overdraagbaarheid wordt een default regeling bij gebrek aan andersluidende regeling in de statuten;
  • te werken met categorieën van aandelen, ongelijke vermogensrechten en meervoudig stemrecht. Het is dus perfect mogelijk om investeerders aan te trekken die uw activiteiten financieel helpen uit te bouwen, maar deze toch niet pro rata hun inbreng te moeten vergoeden met aandelen.

... MAAR OOK VERSOEPELINGEN BINNEN DE NAAMLOZE VENNOOTSCHAP

Hoewel de wijzigingen binnen de naamloze vennootschap (hierna: NV) beperkter zijn dan binnen de BV mogen we ook hier niet vergeten te wijzen op het feit dat ook een naamloze vennootschap voortaan eenhoofdig kan worden opgericht.

Ook binnen de NV is het mogelijk om te werken met ongelijke vermogensrechten en meervoudig stemrecht indien dit wordt ingebouwd in de statuten van de vennootschap.

De grootste wijziging binnen de naamloze vennootschap is hoe dan ook de introductie van drie nieuwe bestuursmodellen waarbij het voortaan mogelijk is om ook maar één bestuurder aan te duiden binnen de naamloze vennootschap.

De idee dat de naamloze vennootschap enkel voor grote vennootschappen gebruikt kan worden, wordt dan ook geheel verlaten.

HET NIEUWE WVV BEHOUDT DE REEDS FLEXIBELE RECHTSVORMEN VAN DE VOF EN DE COMMV

De “vennootschap onder firma” en de “commanditaire vennootschap (voorheen: de gewone commanditaire vennootschap”) is onder het nieuwe vennootschapsrecht op de meeste punten hetzelfde gebleven. Toch mogen deze vennootschapsvormen niet vergeten worden aangezien deze voorheen al een grote flexibiliteit lieten aan de oprichters/vennoten.

Deze vennootschappen kunnen worden opgericht zonder startkapitaal en er is geen verplichting om een financieel plan op te stellen. Hoewel het financiële plan hier niet de toetssteen is voor de oprichtersaansprakelijkheid hebben de (werkende) vennoten van een VOF/CommV een onbeperkte en hoofdelijke aansprakelijkheid voor schulden van de vennootschap. Voor risicovolle activiteiten is dit bijgevolg dus geen aangewezen vennootschapsvorm.

Ook het feit dat deze vennootschappen onderhands kunnen worden opgericht en ontbonden (lees: geen tussenkomst van de notaris) maakt dat het gaat om minder formalistische vennootschapsvormen waarin op maat van de vennootschap kan gewerkt worden.

Tot slot mag ook de discretie die deze vennootschapsvormen toelaten niet uit het oog verloren worden. Voor de commanditaire vennoot wordt zijn of haar identiteit niet gepubliceerd in het Belgisch Staatsblad en voor beide vennootschapsvormen moet de jaarrekening niet gepubliceerd worden bij de NBB.

CONCLUSIE

Het WVV bevat dwingende bepalingen die mogelijks strijdig zullen zijn met de bepalingen die op dit ogenblik zijn opgenomen in de statuten of een bestaande aandeelhoudersovereenkomst van uw vennootschap.

Wij raden u dan ook aan om uw statutenwijziging zo snel mogelijk in orde te brengen. Bovendien brengt de verregaande flexibilisering met zich mee dat wij de statuten op maat van uw vennootschap kunnen moduleren, hetgeen heel wat voordelen met zich mee kan brengen in de toekomst.

Indien u verder nog vragen heeft omtrent de confirmatie van uw vennootschap aan het WVV of wenst u de statuten/aandeelhoudersovereenkomst aan te passen aan de nieuwe wetgeving, kan u ons steeds bereiken via tax@cynex.com voor bijkomende toelichting, advies of begeleiding in de coördinatie met de notaris. 

Delen

Blijf op de hoogte via onze nieuwsbrief