01 Feb 2023

Grondige hervorming fiscaal regime auteursrechten

Sinds 1 januari 2008 kunnen natuurlijke personen in België een bijzonder aantrekkelijk fiscaal regime genieten voor inkomsten uit auteursrechten en naburige rechten. Doorheen de jaren heeft dit regime heel wat aan populariteit gewonnen waardoor het zich in een aantal sectoren ontwikkeld heeft tot een volwaardig onderdeel van het bezoldigingspakket en dit tot ergernis van de fiscus. De nieuwe programmawet van 26 december 2022 hervormt het gunstregime nu echter in belangrijke mate waardoor de maatregel terug naar zijn essentie herleid wordt, namelijk het tegemoet komen aan de wisselvallige inkomsten uit artistieke activiteiten.

Concreet komt het erop neer dat enerzijds minder soorten werken in aanmerking zullen komen voor het gunstregime en er anderzijds ook lagere grensbedragen zullen gelden. Het hervormde stelsel zal al meteen voor inkomsten genoten vanaf 1 januari 2023 van toepassing zijn maar er wordt wel voorzien in een overgangsperiode van één jaar.

In deze nieuwsbrief zullen we dieper ingaan op deze hervorming en wat de verwachte impact ervan zal zijn. Naar ‘goede’ (Belgische) gewoonte is de wetgeving niet geheel duidelijk waardoor de toekomst zal moeten uitwijzen wat de exacte reikwijdte van de wijzigingen zal zijn.

Korte recap: Wat houdt het regime van auteursrechten juist in?

Inkomsten uit auteursrechten worden aan een zeer gunstig tarief belast. Kortweg komt het erop neer dat inkomsten uit auteursrechten en naburige rechten tot een bepaald bedrag geacht worden roerende inkomsten te zijn in plaats van beroepsinkomsten. De maximumgrens van deze gunstige behandeling ligt voor inkomstenjaar 2022 op 64.070 EUR (niet-geïndexeerd maximumbedrag van 37.500 EUR). Er geldt bovendien een belastingtarief van slechts 15% roerende voorheffing en daarenboven kan er tot bepaalde grenzen een kostenforfait van 50% dan wel 25% worden toegepast. Doorgaans lag de uiteindelijke belastingdruk op auteursrechtelijke vergoedingen dus amper boven de 7,5%. Voor meer informatie verwijzen we graag naar onze nieuwsbrief van 2019.

Wat wijzigt er?

Vernauwing van het toepassingsgebied

De wetgever heeft het toepassingsgebied voor inkomsten uit auteursrechten die het bijzonder gunstregime kunnen genieten, vernauwd. Het moet voortaan gaan om inkomsten:

  • verkregen uit de overdracht of de verlening van een licentie door de oorspronkelijke rechthebbende, zijn erfgenamen of legatarissen, van auteursrechten en naburige rechten, alsook van de wettelijke en verplichte licenties;
  • die betrekking hebben op originele werken van letterkunde of kunst of prestaties van uitvoerende kunstenaars;
  • met het oog op de exploitatie of het daadwerkelijk gebruik van deze rechten;
  • op voorwaarde dat de voormelde oorspronkelijke rechthebbende beschikt over een kunstwerkattest;
  • of bij gebrek aan een kunstwerkattest, dat de rechthebbende in het kader van de overdracht of de verlening van een licentie in overeenstemming met de eerste drie streepjes deze rechten overdraagt of in licentie geeft aan een derde voor mededeling aan het publiek, voor openbare uitvoering of opvoering, of voor reproductie.

1. Beperkte werkzaamheden

Momenteel kunnen we ons enkel baseren op de letterlijke bewoordingen van de wetswijziging, besprekingen van plenaire vergaderingen en een recentelijke verduidelijking van de minister van Financiën. Op basis van de huidige stand van zaken zou de nieuwe programmawet ingrijpende gevolgen hebben op vlak van de kwalificerende werkzaamheden:

  • Enkel werken van letterkunde of kunst en openbare uitvoeringen of opvoeringen van uitvoerende kunstenaars komen nog in aanmerking.
  • Dit heeft tot gevolg dat andere creatieve werkzaamheden zoals het ontwikkelen van software, architecturale ontwerpen, bepaalde soorten consulting e.d. voortaan uit de boot vallen.

Er heerst echter nog heel wat onduidelijk over deze interpretatie, temeer omdat de memorie van toelichting initieel stelde dat het niet de bedoelding zou zijn om bepaalde beroepsgroepen per definitie uit te sluiten. Daarenboven zijn de wetsverwijzingen met betrekking tot de in aanmerking komende werken - die beschreven worden in het Wetboek Economisch Recht (WER) - niet geheel duidelijk. Het staat dan ook vast dat het laatste woord hierover nog niet geschreven is. In afwachting van bijkomende verduidelijkingen moeten we uitgaan van bovenstaand scenario met een sterke inperking qua toepassingsgebied.

2. Bijkomende voorwaarde bij ontvanger

Een tweede beperking zal gesteld worden op niveau van de ontvanger. Hier zal voortaan een kunstwerkattest vereist zijn (opvolger van de vroegere kunstenaarskaart) of - bij afwezigheid hiervan -zal het vereist zijn dat er een overdracht of licentieverlening gebeurt ‘aan een derde voor mededeling aan het publiek, voor openbare uitvoering of opvoering, of voor reproductie’. Onder ‘publiek’ moet men ‘een vrij groot aantal personen’ verstaan, waarbij het werk op elke passende wijze waarneembaar moet worden gemaakt voor ‘personen in het algemeen’. Het mag dus niet beperkt worden tot specifieke individuen die tot een private groep behoren.

Ook op dit vlak krijgt de fiscus dus de nodige munitie om voortaan een heel aantal gevallen uit te sluiten, denk bijvoorbeeld aan een architect die eenmalig ontwerp maakt voor een specifieke ééngezinswoning. Journalisten zouden normaliter wel nog in aanmerking kunnen komen aangezien zij in principe werken creëren die publiek beschikbaar zijn.

Beperking van het bedrag

Ook in gevallen waarin de werkzaamheden en de ontvanger nog steeds in aanmerking komen, zal de wetswijziging een impact hebben. De grensbedragen worden namelijk op twee manieren beperkt, enerzijds via een percentuele beperking, anderzijds via een absoluut plafond.

1. Percentuele beperking

Wanneer de overdracht van de auteursrechten gepaard gaat met een andere prestatie zal de maximale auteursrechtelijke vergoeding beperkt worden in functie van de totale vergoeding. Zo zal er een bovengrens gelden van 50% in 2023, 40% in 2024 en 30% vanaf 2025. Op heden was het bijvoorbeeld vaak zo dat een bedrijfsleider of werknemer naast zijn/haar gewone bezoldiging een aanvullende auteursrechtenvergoeding ontving. De vergoeding voor de overdracht van auteursrechten zal voortaan dus beperkt worden op basis van dergelijke andere vergoedingen en bezoldigingen.

2. Absolute beperking

Naast de percentuele beperking blijft ook het jaarlijks maximumbedrag bestaan van 37.500 EUR (niet-geïndexeerd bedrag)Voor inkomstenjaar 2022 (na indexatie) bedraagt de grens zoals voormeld 64.070 EUR. Daarbovenop zal men ook kijken naar het gemiddelde inkomen uit auteursrechten van de afgelopen vier jaren. Indien dit hoger ligt dan voormeld maximum dan zal er in het jaar zelf helemaal geen toepassing gemaakt kunnen worden van het gunstregime.

Verkregen ruling als bescherming?

Rulings die in het verleden verkregen werden, vervallen in principe aangezien de wetgeving waarop ze gebaseerd zijn intussen gewijzigd is. Er zal steeds geval per geval bekeken moeten worden in welke mate de toekenning van auteursrechtelijke vergoedingen nog mogelijk is binnen het nieuwe wettelijke kader.

Overgangsmaatregelen voor wie uit de boot valt

Voor belastingplichtigen die wél in aanmerking kwamen in het oude stelsel, maar niet meer voldoen aan de verstrengde voorwaarden, is er een overgangsregeling voorzien van één jaar, zijnde tot eind 2023. Hun inkomsten zullen nog een jaar belast kunnen worden volgens het gunstregime, weliswaar volgens de nieuwe berekeningsgrenzen én tevens aangevuld met twee bijkomende beperkingen.

Eerst en vooral wordt het maximumplafond gehalveerd van 37.500 EUR (niet-geïndexeerd) naar 18.750 EUR (niet-geïndexeerd). Rekening houdend met de indexatie van aanslagjaar 2024 (inkomstenjaar 2023) zou dit resulteren in een maximumbedrag van 35.110 EUR.

Daarnaast worden ook de schijven van de kostenforfaits gehalveerd. Het kostenforfait van 50% is van toepassing op de eerste (nog te indexeren) 5.000 EUR (voor inkomstenjaar 2023 na indexatie 9.360 EUR) en het kostenforfait van 25% is van toepassing op de volgende schijf van (nog te indexeren) 5.000 EUR (voor inkomstenjaar 2023 na indexatie 9.360 EUR).

Vanaf inkomstenjaar 2024 (aanslagjaar 2025) geldt de overgangsregeling niet meer en zijn de desbetreffende inkomsten volgens de gewone regels belastbaar.

Conclusie

Op basis van de recent goedgekeurde programmawet moet geconcludeerd worden dat het fiscale gunstregime van auteursrechten in grote mate ingeperkt zal worden. Enerzijds op vlak van de draagwijdte en anderzijds op vlak van de aanvaarde grensbedragen.

De strijd lijkt echter op dit moment nog niet finaal gestreden en er blijven stemmen opgaan (niet in het minst vanuit de IT-sector) om een bredere invulling te geven aan het begrip van de auteursrechtelijk beschermde werken. De fiscale administratie lijkt voorlopig echter voet bij stuk te houden en heeft in dit kader reeds een lijvige circulaire aangekondigd die een en ander dient te verduidelijken.

Heeft u vragen over bovenstaande of zou u graag bijkomende toelichtingen willen ontvangen? Aarzel niet om contact op te nemen met uw relatiebeheerder of met het Tax & Legal team via tax@cynex.com.

Delen

Blijf op de hoogte via onze nieuwsbrief